In ons park loopt een kalkoen haan en een kalkoen hen.
De gewone kalkoen uit Noord-Amerika komt voor in open bebost land en kreupelhout. Dit is de kalkoen die ook als huisdier gehouden wordt. Zijn bruin gestreepte verenkleed heeft een bronzen gloed. De kop en nek zijn naakt en rood en blauw gekleurd en hebben lellen en een vlezig uitwas die over de snavel hangt. Een bosje veren hangt voor de borst. Bij de balts zwellen de lellen op worden ze intenser van kleur, de staart wordt opgericht en uitgewaaierd, de lichaamsveren worden geschud en hij laat de vleugels hangen tot de toppen over de grond vegen.